Weten

Vlak bij ons huis ligt volkspark De Leidse Hout. Loop je er kriskras doorheen dan lijkt het een heel bos. Het park kwam er voor de Leidse bevolking, maar is nu het domein van welgesteld Oegstgeest, hardlopers, honden en hun bezitters. Als Jan Wolkers terug naar Oegstgeest kwam liep hij er ook vaak. Gisteren trof ik er weer eens de therapeut die er wandelsessies met cliënten doet. Mijn privésessie behelst het luisteren naar vogels. In het hertenkamp check ik altijd even of Poekie en Roekie, onze oude duiven er nog zitten, althans, hun nageslacht.

De laatste jaren is mijn stapgenoegen gelardeerd met iets nieuws. Bewondering en ontzag voor de bomen. Ik las erover. Weet nu dat de beuk genadeloos uitgroeit boven de eik om het licht weg te vangen. Dat de boom met matige wortels en vochttekort water krijgt van de boom ernaast. Want blijft hij in leven dan vormen ze samen een sterker schild tegen storm. Dat bomen kunnen horen en pijn voelen. Dat bomen waarschuwingssignalen afgeven. Een geheugen hebben. Rechten voor het dier? Dan ook voor planten en bomen?

Lezen, weten, het verandert de kijk. Gebeurt ook als je leest over wat ons functioneren bepaalt. Heb je kennis van de evolutie van het brein, durf je diep te gaan, dan wordt het oordeel mild.

Gisteren dreigde mijn humeur ondermijnd te worden door irritatie over alle geroeptoeter. Niet lezen, niet weten, toch veroordelen. Maar toen was er, genade, het koolmeesje dat me terug in het heden zong. ‘Vergeet die gepasseerde stations toch,’ riep hij me toe.
Ik gehoorzaamde. Alleen nog maar gewaar worden. Er doemde een gedicht op dat dit verwoordt. Ooit wandelend in natuurpark De Maasduinen genoteerd:

Zoete keerzijde

zachtgeel, rijk de aren, majesteitelijk uitbundig wuift het koren
met alle winden mee
rondborstig, parmantig, hoog in de boom zingen de vogels
zonder voorwaarden elkaar toe
in alle kleuren groen danken bomen en struiken
woordeloos de zon
wolken formeren zich eenmalig prachtig en nemen de bries
het uiteendrijven niet kwalijk

hier, nu, wandelend ondergedompeld worden
in alle schoons, hoor ik onbedorven getjilp
meemaken
zoete keerzijde van afweten
pad na pad, overgave
hoofd warm, hart vol, verstomd
geen vraag die open rijt
verzonken in heldere afwezigheid, een glimlach

Dit bericht is geplaatst in Spinsels. Bookmark de permalink.