Maandelijks archief: maart 2022

Onmacht, schuld, korrel

Ik loop door de lanen en koester de zon en de frêle bloesem aan de bomen. Maar het gemoed blijft wankel. Veel goeds, zeker, tellen die zegeningen, maar er is ook verdriet en onmacht over Oekraïne. Het hangt als een grauwsluier over ons heen.

Een nieuwe lente, geen nieuw geluid. Er is het positieve medeleven van velen, maar toch. De wereld brandt, knalt, sist, huilt in Oekraïne als altijd. Hoe moeten de vogels en jouw lach dat overstemmen?

Op het journaal avond na avond hartbrekende beelden. Hoe mensen, mannen, vrouwen, kinderen lijden. Direct of onder het feit dat ze huis en haard achter moeten laten. Ik probeer me dat voor te stellen. Hoeveel onmacht en verdriet heb je wel niet als je in Marioepol woont? Vluchten, of blijven? Een onmogelijke keuze tussen twee kwaden is het.

‘Vluchten kan niet meer, ‘k zou niet weten hoe
Vluchten kan niet meer, ‘k zou niet weten waar naar toe
Hoe ver moet je gaan
De verre landen zijn oorlogslanden….’
(tekst Annie M.G. Schmidt)

Een helling op vluchten en vandaar de onafgebroken, levenslange reeks ongelukken, misdaden, pijlen in ogen en onschuldige doden gadeslaan. En dat willen doorgronden. Waarom? Lezen. Over het brein, de continue stroom van tegenstrijdige impulsen in onze grijze massa, eigen- versus groepsbelang, natuurlijke aanleg en de verminking door opvoeding, de beperkte marge voor reflectie en correctie.

Uiteindelijk na duizenden oorlogen en honderden miljoenen slachtoffers het hoofd niet wíllen buigen – wie kan vrede hebben met oorlog? – maar wel moéten buigen voor de onomstotelijke vaststelling dat de mens (man?) is zoals hij is. Je zou bijna tot de onzinnige conclusie komen dat de evolutie schuldig is.

Ik schreef een boek, Van veenbrand tot vreugdevuur, met daarin mijn minieme, nederige bijdrage, mijn visie. Als het anders moet, hoe dan, kan dat?

Iemand vroeg waarom wilde je hier vijf jaar aan werken, waarom wilde je dit publiceren? Het antwoord staat in het voorwoord: ‘Ik wil een zandkorrel werpen in de wilde stroom van het leven.’ Hoe koers te wijzigen?

Maar wat heb je aan zo’n korrel als je nu in Oekraïne gebombardeerd wordt, alles kwijt raakt, gewond bent, je kind verliest? Nu is het de tijd van helpen, van verdere schade voorkomen, scherven bijeen rapen.

Geplaatst in Spinsels Reacties uitgeschakeld voor Onmacht, schuld, korrel

Vlieg

Een zeldzaamheid was het. We trokken er als gezin op uit en verbleven in hotel Witbrood in Valkenburg. Ik kreeg daar, als broekenmannetje vroeg wakker, een warme band met een vlieg. Hij trippelde van de ene vinger op de andere en in gedachten sprak ik hem toe. ‘Vlieg niet weg, je bent mijn kameraadje. Bij mij ben je veilig.’

Jaren later verhield ik me minder liefdevol tot de vlieg. In het Poolse oerbos op de grens met Wit-Rusland maakte ik op een kinderfietsje een tocht door een woud zo groot als de provincie Utrecht. De weg kwijt raken was, zonder telefonisch bereik, meer dan zorgelijk geweest. Ik trof halfweg twee kamperende Polen die me voor gek verklaarden. ‘Pas op dat je niet ongemerkt Belarus in fietst. De grenswachten schieten eerst en vragen dan wat je komt doen.’

Toch was verdwalen niet het grootste ongemak. Ik was een dag lang omringd door steekvliegen. Stilstaan was lek gebeten worden. Ik heb er veel uitgespuugd.

Daaraan moest ik denken toen ik woensdag Poetin hoorde. ‘Rusland zal uitschot en verraders uitspugen als een vlieg in de mond.’ Een verschrikkelijke uitspraak, een onverholen eerbetoon aan de man die hij hoogacht, Jozef Stalin.

Onder deze Sovjetdictator zijn uit naam van het communisme tussen 1937 en 1953 zo’n 29,8 miljoen – laat dit aantal doordringen, 29.800.000 – Russen als vliegen uitgespuugd naar de strafkampen in Siberië om er het leven te laten. Die zuiveringen moesten het volk ‘goed doen’. Poetin nu, in 2022: ‘Ik ben er van overtuigd dat deze zelfreiniging het land sterker zal maken…..’

Wie genoeg eelt op de ziel heeft moet ‘Het eind van de rode mens’ lezen van Svetlana Alexijevitsj, waarin ooggetuigen de ontberingen in de Goelag schetsen. De Wit-Russische kreeg er de Nobelprijs voor.

‘We aten, de hongerdood nabij, het mos van stenen.’ ‘Een ‘opvoedende’ straf kon eruit bestaan dat gevangenen naakt aan een paal werden gebonden, met water werden overgoten en in de Siberische winter veranderden in ijskolommen die ter afschrikking tot de lente bleven staan.’ ‘In de zomer werden de vastgebonden ‘opstandige geesten’ in één nacht door muggen tot op het bot kaal gevreten.’

Zou het mijn Plan zijn, zou het mijn Intelligente Ontwerp zijn, ik had erin opgenomen dat alle vliegen in de buurt van het Kremlin per direct massaal de mond van Poetin invliegen en hem doen stikken. Genoeg is genoeg. Maar dat zal niet gebeuren. Het giftig zwijgen, heulen, verraden is deel van de gespleten Russische volksziel.

Ik zie twee koppels ergens in Moskou scrabble spelen. Dmitri pakt zijn zeven letters, l, i, g, e, v, i, ziet dat hij het woord ‘vlieg’ kan maken, taxeert zijn kamergenoten, neemt een slok wodka en formeert ‘veilig’.

Eerder hadden ze nog de actie aangehaald van Marina Ovsyannikova, de heldin met haar bord ‘Geen oorlog. Ze liegen je voor’ in het journaal en hun schouders opgehaald. ‘Ze zal worden uitgespuugd.’

Geplaatst in Spinsels Reacties uitgeschakeld voor Vlieg

‘Ik wacht op je’

Help me! Help me toch van deze verdoemde strontwereld af!

‘They shoot horses, don’t they?’
En jij staat daar, mijn zogenaamde ‘meerdere’. Je kijkt, hufter, schoft, doet niets en trekt verder met het front.
Je mocht me al nooit.

Hoe snel zal ik mijn enige vriend in het regiment achterna gaan! Waarheen?

Spreken kon je al niet meer. Ik hield je vast in de kou van de vroege ochtend. De vraag in jouw ogen las ik. Ik zal je vrouw, Elena en zoontje, Boris, jouw liefde overbrengen.
Ik hield van je, Vladimir. Ik maakte nog een grap. Dat je achternaam Poetin had moeten zijn.
Een laatste grimlach.

Langzaam zal ook ik nu dood bloeden. De schutter deed wat hij moest doen.

En ik?
Ik volgde een leven lang.
Wat een waanzinnige klerezooi.
Waarom verliet ik de dekking?

Mijn moeder zei: ‘Doe het niet, ga niet in het leger. Jouw hoofd is goed, jongen. Studeer, wordt arts. Neem niet de kans op ooit.’

Maar ik gehoorzaamde mijn luiheid.

Zag hoe vader door het leven flaneerde. Drank, vrouwen en aanzien. Als mannetje rook ik vaak aan zijn uniform en liet de enorme pet over mijn hoofdje zakken.
De natie? Schijt aan de nationale zaak! Beroeps worden was mijn eigen doelloze doel.

Pijn. Verdomme. Pijn
Het buikschot kleurt het uniform roder en roder. Lang leve, lang verrotte ons ooit rode leger!
Dit kan duren. Mocht ik maar bezwijken. De geest geven. Aan wie?

Maar in alle helderheid trekt mijn leven voorbij.
Vanochtend hoorden we dat onze strijdmacht ‘met succes’ een kindertehuis had gebombardeerd. Vladimir pakte het fotootje van Boris erbij.

Nu wacht ik hier zelf op verlossing.
In mijn hand het briefje dat Vera me meegaf. ‘Ik wacht op je.’
Ik volgde de zinloze, wrede karavaan.

Als de verstandigen uit lafheid zwijgen, regeren de dwazen, waar las ik dat ergens?
Ik was een angstige, luie hond.
Geen slecht mens, alleen maar laf, lui, zelfzuchtig.

Pijnscheuten snijden door mijn darmen. Zelfverwijt. Mijn verdiende loon. In deze trage dood schuilt een afrekening.

Ooit las ik over bijna dood ervaringen. Witte poorten, vrede. Flikker toch op. Ik lig hier en huil. Schrijf eens een echt dood ervaring!

Ik was mijn bestaan niet waard.
Twee dagen terug doodde ik zelf een Oekraïense jongen. Hij vocht voor een zaak, de mijne was die van giftig zwijgen en volgen.

Dat Vera nog afscheid van me mag nemen, vraag ik U. Houd U voor één keer niet stokdoof! Laat me niet hier verrotten. Dat zij haar briefje in mijn hand mag terugvinden. ‘Ik wacht op je.’

Bestaat er een Wachtlokaal?
………

Geplaatst in Spinsels Reacties uitgeschakeld voor ‘Ik wacht op je’

Het went niet

Ik loop door de Haarlemmerstraat. Kwestie van zelfbeschadiging. Hoofd omlaag, als een banaan, maakt niet uit, ik weet wat er te zien en te horen is en wanneer ik bij het sleutelmakerwinkeltje ben aanbeland.

De dag met een mistig hoofd begonnen en de kans dat die optrekt in deze Leidse koopgoot is nul. Ik zie en hoor een orkaan aan koopzucht. Etalages, reclames zetten aan tot het kopen van altijd meer overbodigs. De steunbeer van onze maatschappij. Exquis eten, dure wijnen, bij het kopen al verouderde mode, peperdure hebbedinghorloges, natuur beschadigende verwegvakanties, stressreductie massages, rimpelcrèmes, lippenvullers, kontvullers, E-auto’s die rijden op bruinkool, vette pizza’s, dieetclubs, hairstyling shops, nagelstudio’s en zo door en zo door.

En het hele orkest van aangekweekte kunstmatige behoeftes klinkt vals, leidt tot niets meer dan luttele tijd bevrediging en daarna verlangen naar meer. Leegheid, depressiviteit, onrust, agressie, het gevoel een verliezer te zijn in dit dolle spel, eenzaamheid, dit alles brengt onze genotmachine met zich mee. En als reactie daarop weer valse goeroes uit west én oost, geestbezweerders, psychotherapeuten, psychiaters, opium van het woord, pillen en drank, veel drank.

Ach, ik schreef er ooit al een boek over, De Dolende Man. Daarna leer je de woede los te laten, acceptatie, maar soms welt die weer op. We doen al 200 jaar met onze overconsumptie de natuur geweld aan. Blijvende verwoesting. Het zou iedereen de ogen openen om een dag te rijden door een woestijn die kortgeleden nog groen was.

Denken, lezen over evolutie en brein, inzicht krijgen waarom de gang van zaken is zoals hij is, omdat de mens is zoals hij is, branden leren accepteren, jawel, maar het went niet, broeder.
Je zou de regelneef van Van Kooten en De Bie willen zijn. Hoewel ook die kansloos was. Staand bij de branding de golf berispend die meedogenloos over de andere heen rolt. ‘Ga terug jij, je gaat voor je beurt.’ Fantastische humor, maar altijd blijft de branding eender. En de grote Regelneef laat nooit van zich horen.

Nu brandt het in Oekraïne. Straks weer elders. De dodelijke keten van oorzaak en gevolg eindigt niet. Hoe kun je vrede hebben met het onvermijdelijke, met oorlog? Het is niet te verdragen. Maar ik loop in alle vrijheid door de stad en hoef niet te vluchten.
In Kiev wordt straks misschien het ziekenhuis beschoten. Zelf verliet ik onlangs na een vakkundige katheterisatie opgelucht het LUMC. Zo struikel ik warhoofdig door de goot. Zelfverwijt. Niet alleen de minnen noemen, brompot, ons leven hier is op veel punten goed!

Wat hoor ik daar? Zo lang geleden! Zeldzaam tegenwoordig. Drie meiden hebben de slappe lach en gieren het uit. Onwillekeurig glijdt er een bevrijdende lach over mijn gezicht. Kon ik die maar op alle Oekraïense gezichten toveren. Niet, voorlopig niet. Voor het vreemdelingelegioen te oud, niets anders rest dan vurig hopen dat het vuur snel dooft.

Geplaatst in Spinsels Reacties uitgeschakeld voor Het went niet