‘No worries, mate’

Af en toe speelt een herinnering aan een geur me deze weken parten. Ik loop door de fijnstof van Leiden maar ruik dan zomaar eucalyptus. Die boom stond schuin voor het hotel in Melbourne waar ik jaren achtereen in januari bivakkeerde om verslag te doen van de Australian Open Tennis. Liep je binnendoor naar de Rod Laver Arena dan streelde de schone geur van eucalyptus de neus, al helemaal na een fikse bui, horend bij het ‘vier seizoenen in één dag’ dat deze hoofdstad van deelstaat Victoria kenmerkt.

Als mannetje van de radio mocht ik van 44 Grand Slams verslag doen. Elk Slam had zijn eigen karakter. En, ja, de Australian Open droeg alles in zich van het ‘no worries, mate’ waarvan de landsaard Down Under doordesemd is.
Terzijde: regels zijn regels is een ander facet van die aard en daar had Novak Djokovic, de weggestuurde titelverdediger, nu last van. Ik moet denken aan een voorval tijdens de ‘best Olympics ever’ in Sydney. Als de dag erop zat moesten duizenden fans met de trein van het olympische park terug naar de stad. Er vormde zich een Z-vormige slingerrij. Eén man dacht slinks te kunnen oversteken naar de volgende poot van de mensenfile. De correctie was niet alleen met woorden.

De Australian Open, Sydney, de Great Barrier Reef, het continent Australië, het biedt stof voor nog veel meer Spinsels. Dit keer cirkel ik om de zoetzure heimwee. Het leven vordert. De meeste aardappelen hebben we gegeten. Herinneringen vormen steeds meer het zout in de pap. U herkent dit? Verwijl erin, snoep ervan. Vergeet de strontzooi, laaf u aan wat de dagen roze kleurde. Iedereen heeft zijn eigen ‘memory lane’. Scharrel er regelmatig.

Ach, Melbourne. Viel de reis over te slaan, want ver weg is het, dan zou je er weer willen zijn  om in het warenhuis te luisteren naar de Central Clock die elk uur Waltzing Matilda bimbamt. Waar zou de man nu zijn die in de winkelstraat spelend op zijn Chinese viool melancholieke compensatie bood voor alle koopwoede? Het winkeltje waar ik ieder jaar kleertjes kocht voor de kinderen, ik zou er weer langs gaan en nu iets halen voor de kleinzoon.

De schroeiende zon. De rivier de Yarra waarin Jim Courier zijn triomfduik nam. De vlammen die tot schrik metershoog de lucht in werden gespogen pal naast het terras van het casino. Het concert van Elvis Costello, die zoals altijd slecht bij stem toch ontroerde. En dat dan aan het eind van een dag, die begonnen was met een ontbijt op de pier van St Kilda.

De dagsluiting met de collega’s vond plaats in de foyer van het Pullman en steevast werd na herhaald proeven vastgesteld dat Cascade zo’n slecht bier nog niet was. Dat waren de dagen. Aan al dit voorbije moois denk ik zolang de Australian Open loopt. Zelf open ik de middelste zondag een goede Cava. Als ritueel. Tijdens de veertien dagen van het toernooi gingen de medewerkers van het perscentrum ’s middags rond met bubbels. ‘Is dat wel goed midden op de dag?’, vroeg ik dan. ‘No worries, mate.’

Dit bericht is geplaatst in Spinsels. Bookmark de permalink.