“God’s Gym is spannend, ontroerend en heeft een spitsvondig plot. De lezer kan niet anders dan zich laten meeslepen door alle onverwachte wendingen… Wat ik hier kan doen, is niets anders dan mij gewonnen te geven, want God’s Gym is een voortreffelijk boek.” Aldus Max Pam toenmaals in HP/De Tijd. (wat doet dat ‘te’ in die zin?)
Dan denk je, zo, HP/De Tijd, zo, Max Pam, zal wel waar wezen. Niets daarvan. Vriendendienst, hype- en verkoopbevordering zal het zijn geweest. Niet? Dan een brevet van onvermogen. God’s Gym was matig geschreven, geen zin die beklijfde, beperkte intellectuele lading, geen literatuur, op zijn best een handig uitgeschreven filmplot.
Maar ja, in ‘kikkerland geen grote schrijvers-land’ kijk je nergens van op. Hier noemde Mulisch, speelde de grote schrijver, was het niet, de meester, de man die zo velen ontstijgt, Nescio, ‘een klein schrijvertje’. Nescio had geen oeuvre vond HM. Dat is waar, maar wat moet de wereld met auteurs die veel schrijven, veel wegwerpboeken?
Tot zover mijn aanloop naar Arnon Grunberg. Die is ook al geplaatst in de galerij der groten. Maar lees het trendy Tirza, althans begin eraan, en leg het weg na een bladzijde of vijftig. Tel daarna het aantal herhalingen in de eerste tientallen pagina’s, de armoede van de karakterschets, de dunte van de thematiek, het eindeloos kauwen op een invalletje en zeg dan nog eens dat Grunberg maar de veters zou mogen beroeren van Gerard Reve, Willem Frederik Hermans, Tip Marugg, Jan Arends.
Ook de ‘Voetnoot’ waarmee Grunberg de voorkant van de Volkskrant mag opsieren toont te zelden de sporen van groot schrijverschap. Te vaak zijn het meninkjes. Die hebben u en ik ook, net als de bakker en menig doorgestudeerde.
Vandaag onder het kopje ‘Verlicht’ weer een dwaallichtje. ‘Op Nederlandse opiniepagina’s wordt gewaarschuwd voor de rol die de Moslimbroederschap bij de vrije verkiezingen in Egypte kan spelen.’ (‘kan spelen’ achter Moslimbroederschap is fraaier). En dan: ‘Het volk mag kiezen wat het wil, mits het zich houdt aan onze normen en waarden…… Wij gunnen de verdrukten in Egypte een iPhone. Verder moeten ze hun mond houden tot ze net zo verlicht zijn als wij.’
Wie zijn die verlichte wij? Alle lui die Grunberg top vinden omdat bijna iedereen dat nu eenmaal vindt? Quatsch. ‘Wij’ hebben respect voor de manier waarop het volk zich vreedzaam bevrijd heeft. ‘Wij’ gunnen het nu geen iPhone (waardeloos met de realiteit vloekend cynisme om maar aan een leuk stukje te komen), maar het ontstaan van een heus democratisch model. Maar ‘wij’ weten ook dat tot nu toe de islam zich in het Midden-Oosten slecht verhoudt tot democratie. ‘Wij’ zouden het jammer vinden als het Iran-scenario zich zou herhalen in Egypte. ‘Wij willen niet ‘sturen’. ‘Wij’ leefden mee met wat er gebeurde op het Tahrir plein zonder te denken dat het volk toch wel erg ver verwijderd is van onze normen en waarden.
Te frequent kan een stukje van Grunberg worden weggezet als gemakkelijk bejag. Heimwee naar CaMu, naar Campert.