(van de CD ‘De leugen zat’)
jij bent mismaakt en oneindig wreed
jouw ziek vermaak zijn bergen leed
de sterke help je, de zwakke trap je na
tegen elk onrecht zeg je ‘ja’
maar als je lacht, ben je wonderschoon
en is geluk weer heel gewoon
maar dat gevoel hou ik maar even vast
daarna vervloek ik weer jouw last
alleen met lui, die koud en ploertig zijn
maak jij plezier, heb je gein
je geeft geen krimp als ik om liefde smeek
dat noem jij dom, dat noem je week
zonder vragen diende jij je aan
het is aan mij om weg te gaan
je lacht, omdat je het antwoord kent
ik moet je nemen zoals je bent