Op naar museum Boerhaave, waar een uur radio wordt gemaakt met als titel ‘Op de snijtafel: geluk’ Radio 5, Hoe?Zo!, ‘s avonds van acht tot negen, wetenschappers aan de tand gevoeld over onderwerpen als ‘digitale liefde’, ‘liegen’, of ‘geluk’. Zeg nou zelf, vroeger was geluk heel gewoon, maar nu knutselen we ieder voor zich aan ons welbevinden. En we komen niet meer weg met ‘ik ben zo blij dat ik een stukje van de wereld ben, dat ik wijsjes van de sijsjes en de merels ken’.
Ik deel het Theatrum Anatomicum met skeletten. Een aantal hangt me boven het hoofd. De rest beweegt en spreekt nog. Vroeger werden in deze fraaie houten arena lijken ontleed, doorgaans resten van misdadigers. Professor Mirjam Sprangers van het AMC, die doorgeleerd heeft over oorzaak en gevolg van ziek zijn, prijst zich gelukkig dat er geen lijk op de snijtafel ligt. ‘Wat niet is, kan nog komen’, voeg ik haar monter toe. Maar er zal alleen met woorden gesneden worden in het begrip geluk.
Je hebt wel eens dat iets zich niet laat snijden, dat het alle kanten opschiet. Met het onderwerp van deze bijeenkomst is het eender. Ik bedoel: als het de vier professoren al niet lukt om eenduidig te omschrijven wat we onder ‘geluk’ moeten verstaan, wie ben ik dan om dit uur radio in een column te willen vangen? Toch proberen, de materie boeit.
‘Geluksprofessor’ Ruut Veenhoven belicht de invloed van de maatschappelijke context op het welzijn van mensen. In de communistische heilstaat was de arbeider niet zo blij met het leven en de armste kaste in India scoort lager op de geluksladder dan de Deense medemens. Ook Mexico blijkt een blij land. Onbegrijpelijk zegt men, maar dat komt natuurlijk omdat de somberen vertrokken zijn naar de USA, of elkaar uitmoorden in bendes.
Interessanter is de ‘geluksmachine’ waarmee filosoof Klaas Rozemond aan komt zetten. Leuk gedachte-experiment. Je ligt in een warm bad en krijgt elektroden op het hoofd geplaatst waardoor je je maximaal goed voelt. Blijven liggen, of niet? Niet te snel ‘nee’ zeggen. Even met een glas erbij over beppen deze zaterdag. En daarna over de kernvraag in zijn boek ‘Filosofie voor de zwijnen’: is het tevreden varken in de modder beter af dan de ontevreden filosoof?
De Belgische neuroloog Dirk Nuytten maakt het logische onderscheid tussen genot en geluk. Mens en dier kennen genot. Die ervaring zit diep in onze grote hersenen. Met ratten is een proef gedaan. Er werden elektroden in dat gebied geplaatst die met een pedaaltje bediend konden worden. Gevolg: rat drukt voortdurend op pedaaltje, negeert zelfs zijn eten en gaat ten onder. Nuytten: ‘Genot duurt kort, geeft na afloop een leeg gevoel, de dosis moet steeds groter en werkt verslavend.’ Wat jammer nou, voeg ik daar als geluksleek aan toe, dat ons samenleven hierop gebaseerd is. Dat heet nou crises!
Ook aan de lippen van Sprangers ontsnappen goeie dingen. ‘Blije mensen zijn gezonder en leven langer. Maar het is een schande te zeggen dat een zieke beter zou worden als hij maar wat harder aan zijn geluk zou werken. Het leven is oneerlijk, punt.’ Tegen het eind van de discussie volgt terloops: ‘Mag ik ook nog even wijzen op statistieken die aangeven dat goed zijn voor een ander je geluk bevordert.’
En toen was er die superzin, gesproken door Nuytten: ‘Er komt inderdaad steeds meer bewijs dat leven in mededogen aantoonbaar tot geluksstoffen in de hersenen leidt.’ Halleluja, zet hem op, Dirk, vlooi dat uit! Onomstotelijk moet vast komen te staan dat je als genotzieke egoïst een dief van je eigen geluk bent. Fluitend ging ik naar huis. Wat een luistergenot, pardon, luistergeluk.
Theo Bakker